1. DOE-MEE tool – Met kennis van gedrag beleid maken
2. Behaviour Change Wheel
3. Communicatie Activatie Strategie Instrument (CASI)
4. Het InterventieKompas
5. De Interventietoolbox
Beleidsontwikkeling en -uitvoering
1. DOE-MEE tool – Met kennis van gedrag beleid maken
De DOE-MEE tool is een hulpmiddel voor beleidsmakers die snel en gestructureerd inzichten over gedrag willen opdoen om effectief beleid te ontwikkelen. De tool is gebaseerd op de DOE-MEE aanpak van het Behavioural Insight Team van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). De tool wordt inmiddels ook buiten IenW gebruikt. Het is een generieke tool, die niet alleen voor beleid, maar ook voor uitvoering, toezicht en organisatievraagstukken wordt gebruikt.
Waarom deze tool?
De DOE-MEE tool helpt je om op een gestructureerde manier inzichten op te doen op het gebied van gedrag: welk gedrag wil ik veranderen of bereiken en wiens gedrag is dit? Gedrag bestaat uit al dan niet bewust tot stand gekomen direct waarneembare handelingen, handelingen waar je als het ware een foto van kunt maken. We kunnen zien waar de ander mee bezig is.
De tool onderscheidt vijf typen gedragsfactoren, factoren die het huidige gedrag in stand houden en de overgang naar het gewenste gedrag belemmeren of juist kunnen stimuleren:
- motieven
- bekwaamheden (kennis en vaardigheden)
- omstandigheden
- sociale omgeving
- menselijk keuzeproces
De tool helpt je ook om te komen tot een beargumenteerde keuze voor de focus in je beleid en je beleidsopgave nader in te vullen.
De DOE-MEE tool omvat vier onderdelen:
- Doorgronden: Het afbakenen van je beleidsopgave en het gedrag analyseren dat daarbij een rol speelt.
- Ontwerpen: Het ontwikkelen van kansrijke oplossingsrichtingen en passende interventies die zich op de juiste doelgroep en gedragsfactoren richten.
- Experimenteren: Het opzetten en uitvoeren van experimenten om interventies te testen.
- Monitoren En Evalueren: Het monitoren en evalueren van je beleid.
Aan de slag?
De DOE-MEE tool bestaat uit een brochure en een werkblad.
Meer weten?
Neem contact op met Jessica Vuijk: Jessica.Vuijk@minienw.nl
2. Behaviour Change Wheel
Bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is gekozen voor het in Londen ontwikkelde Behaviour Change Wheel (BCW) om gedragsinterventies te ontwerpen en te verbeteren. De methode maakt gebruik van veel bestaande kennis over gedragsveranderingstechnieken. Het is een verdiepend model, met veel nadruk op gedragsanalyse, en vooral inzetbaar bij beleidsontwikkeling en -uitvoering.
Waarom deze tool?
Gebruik de BCW-methode als je een aanpak wilt ontwikkelen voor gedragsverandering, op strategisch niveau én op praktisch uitvoeringsniveau, als blijkt dat een bestaande interventie niet goed werkt.
BCW bestaat uit drie hoofdstappen die elk weer sub-stappen kennen. In totaal gaat het om acht stappen.
- Stel het doelgedrag vast als onderdeel van het probleem dat je wilt oplossen, en onderzoek wat er in de gedragsbepalende factoren moet veranderen wil gedragsverandering optreden.
- Ga op basis van deze analyse na welke interventiefuncties ingezet zouden kunnen worden. Het BCW koppelt er vervolgens mogelijke beleidsinstrumenten aan.
- Bepaal de concrete gedragsverandertechnieken en de methode van uitvoering.
De aanpak is beschreven in het boek ‘The Behaviour Change Wheel, a guide tot designing interventions’ (Michie, Atkins & West). Het BCW hanteert als gedragsmodel: COM-B. De B staat voor Behaviour en COM voor de gedragsbepalende factoren:
- Capability: bekwaamheid, zowel sociaal als fysiek.
- Opportunity: gelegenheid, zowel fysiek als psychologisch.
- Motivation: zowel automatisch als beredeneerd.
Als je het gedrag in kaart hebt gebracht en weet wat er moet veranderen, kun je vaststellen welke interventiefuncties nodig zijn om de gedragsverandering in gang te zetten.
De methode onderscheidt negen interventiefuncties:
- educatie
- overtuigen
- aanmoedigen
- dwang
- training
- beperking
- herstructurering van de omgeving
- modelling
- in staat stellen
De BCW-methode resulteert in een advies over een interventie voor bepaald gedrag van een gekozen doelgroep.
Meer weten?
Zie www.behaviouralchangewheel.com of neem contact op met Anna Vogel, anna.vogel@rvo.nl.
NB. De Behaviour Change Wheel is ook vertaald naar het Nederlands: Het gedragsveranderingswiel; 8 stappen naar succesvolle interventies en te koop in de boekhandel.
Communicatie
3. Communicatie Activatie Strategie Instrument
Met communicatie kun je het gedrag van mensen sturen. Om dit effectief te doen, zijn heldere strategische keuzes nodig. Hoe kom je tot een effectieve communicatiestrategie? De sociale wetenschap geeft hier steeds meer inzichten in. Om deze inzichten in de praktijk toe te passen, is het Communicatie Activatie Strategie Instrument (CASI) ontwikkeld. Het instrument helpt communicatieprofessionals bij de rijksoverheid om te adviseren over gedragsbeïnvloeding door communicatie.
Waarom deze tool?
Het traject bestaat uit de volgende zes stappen:
- Intake: hierin ga je na wat de gewenste opbrengst is van het CASI-traject en bepaal je de opzet.
- Beleidsanalyse: in deze stap bepaal je het gedragsvraagstuk voor communicatie op basis van het specifieke beleidsdoel en begrip van de beleidscontext.
- Doelbepaling: met elkaar bepaal je het concrete gedragsdoel van het CASI-traject en stel je vast wat je wilt dat mensen echt gaan doen.
- Doelgroepanalyse: in deze stap kies je, onderbouwd met cijfers en gedragsinzichten, per doelgroep de belangrijkste gedragsbepalers.
- Strategiebepaling: hierin stel je vast welke interventiestrategieën kansrijk zijn om de gewenste gedragsverandering te realiseren en genereer je daarvoor zoveel mogelijk creatieve ideeën.
- Uitvoering: in deze stap ontwikkel je communicatieve interventies en test je deze onder de doelgroep.
Aan de slag?
Meer weten?
Stuur een e-mail aan het Gedragsteam van Dienst Publiek en Communicatie.
Toezicht
4. Het InterventieKompas
Het InterventieKompas is een tool gemaakt op basis van de laatste inzichten van de gedragswetenschap en is bedoeld voor beleidsontwikkelaars, handhavers en adviseurs die werken bij toezichthoudende en/of handhavende organisaties en inspectiediensten.
Waarom deze tool?
Hoe kan ik ervoor zorgen dat personen en bedrijven de regels naleven? Om deze vraag te beantwoorden, gebruik je het InterventieKompas. Samen met de betrokken partijen ga je op onderzoek uit. De tool biedt houvast om het gesprek te voeren en er stap voor stap achter te komen waarom een bepaalde groep zich niet aan de regels houdt. Uiteindelijk kom je hierdoor uit bij de ‘knoppen waaraan je moet draaien’ om het gewenste gedrag te stimuleren. Praktische voorbeelden helpen je op weg om deze interventies daadwerkelijk uit te voeren.
Aan de slag?
Log in op de website https://www.interventiekompas.nl, maak een project aan en ga aan de slag!
Meer weten?
Voor vragen over het InterventieKompas kun je terecht bij Mirjam Prinsen, mirjam.prinsen@hetccv.nl.
5. De Interventietoolbox
Het project Toezicht Gericht van de Inspectie SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft de Interventietoolbox ontwikkeld. Voor ieder inspectieprogramma, zoals horeca of asbest, kunnen daarmee een combinatie van toezichtinterventies worden gekozen die naar verwachting het grootste effect zal hebben.
Waarom deze tool?
Wil je concrete handvatten om in enkele beredeneerde stappen te komen tot een interventiemix voor je programma? Zet dan de Interventietoolbox in. De toolbox geeft niet de inhoud van programma, maar biedt een manier om informatie te structureren en te prioriteren zodat je keuzes kunt maken. Je kunt de toolbox gebruiken om een heel programmaplan op te stellen, maar ook voor een specifiek risico of bepaalde doelgroep. Een groot voordeel van de Interventietoolbox is dat je de onderbouwing voor de keuze van interventies expliciet maakt. Een ander voordeel is dat draagvlak ontstaat voor de plannen, omdat de deelnemers aan het denkproces hebben meegewerkt.
Aan de slag?
De toolbox bestaat uit drie stappen, voorafgegaan door een intake van de procesbegeleider met de programmaleider. Welke informatie is al bekend over doelgroepen, risico’s en mogelijke interventies? Wat is de planning? Wie kunnen betrokken worden? Op basis van deze intake doet de procesbegeleider een voorstel voor stappen en sessies. Je hoeft de toolbox niet van begin tot eind te gebruiken; een deel kan ook.
- Kies de doelgroep/risico’s: om een tool te selecteren hiervoor is er een ‘keuzewijzer kiezen’, afhankelijk van bijvoorbeeld de bekendheid van de risico’s in de keten of verschil in belangen. Elke tool bevat een toelichting in de vorm van een bijsluiter, een draaiboek en best practices.
- Begrijp de doelgroep(en): wat zijn hun nalevingsmotieven bijvoorbeeld? De ‘keuzewijzer begrijpen’ helpt je een geschikte tool te vinden om het inzicht in de doelgroep(en) te verdiepen. De tools variëren in aantal doelgroepen, interne/externe deelnemers, werkvorm, tijdsinvestering, benodigde informatie en het resultaat.
-
Kies een aanpak: de ‘interventiewijzer’ helpt je te kiezen voor een mix van toezichtinstrumenten, op basis van de doelgroepinformatie. Per type doelgroep/overtreder/motief staat weergegeven welke interventie zou kunnen werken. Hierna stelt de programmamanager een programma(werk)plan op met de interventies.
Je vindt de interventietoolkbox via de rijkssamenwerkruimte: https://www.samenwerkruimten.nl/teamsites/interventietoolbox/Documenten/index.aspx.
NB. De toolbox is alleen toegankelijk voor rijksambtenaren. Onder bepaalde voorwaarden wordt toegang verleend aan andere overheidsfunctionarissen.
Meer weten?
Heb je vragen over de interventietoolbox, stuur deze dan per mail aan: interventietoolbox@inspectieszw.nl.