Aanleiding: zwerfafval op rivieroevers
Rijkswaterstaat (RWS) streeft naar minder zwerfafval op rivieroevers. Door dit afval bij de bron aan te pakken kun je plastic soep voorkomen in de zee. De binnenvaart is een van de bronnen van afval dat op oevers en in water gevonden wordt. Voor deze pilot is specifek gekeken naar bijplaatsingen in RWS-overnachtingshaven IJzendoorn. Het gaat dan om afval dat door binnenvaartschippers of hun personeel naast een restafvalcontainer wordt gezet. Hoe is het aantal zakken meetbaar te beperken? Gestart is met een uitgebreide analyse van gedrag, motieven en weerstanden. Daarvoor is onder meer gebruik gemaakt van ervaringen en gebruikersdata van Stichting Afvalstofen Binnenvaart (SAB).
Interventie: activerende uitingen bij de overnachtingshaven
Op basis van deze analyse is een gedragsinterventie ontwikkeld die inspeelt op sympathie, associaties en herkenning, normactivatie, handelingsperspectief, prompting en nudging. De interventie bestaat uit drie onderdelen:
- een welkomstbord bij binnenvaren
- borden bij de autosteiger (de belangrijkste plek voor gedragsverandering, want daar beslissen schippers of ze hun afval van boord nemen of niet)
- een bestickerde, goed zichtbare restafvalcontainer.
Op alle uitingen komt een schippersfiguur voor, een opvallend gele kleur en een link naar het SAB-abonnement. In symbolen en tekst, in het Nederlands en in het Duits, staat bij de steiger aangegeven dat abonnees gebruik kunnen maken van de restafvalcontainer. Zonder SAB-abonnement moet afval aan boord blijven. Bij de restafvalcontainer ligt de nadruk op het goed gebruik van de container (via de klepsticker) en op de mogelijkheid om ook een SAB-abonnement af te sluiten.
Methode: voor- en nameting
In een veldonderzoek in overnachtingshaven IJzendoorn is een voor- en nameting gehouden. In een periode van anderhalve maand vóór de interventie is bijgehouden hoeveel afval er naast de containers werd geplaatst (in aantal afvalzakken). Dat is ook gedaan gedurende een maand nadat de interventies waren uitgevoerd. Op basis van statistische toetsing is bekeken of de aanpak zorgt voor signifcant minder bijplaatsingen.
Resultaat: sterke afname van bijplaatsingen
De gedragsinterventie is zeer effectief gebleken in het voorkomen van bijplaatsingen van restafval. Er werd tijdens de nameting geen restafvalzak meer naast de container geplaatst; wel twee dozen met oud papier. Deze pilot laat zien dat door inzet van slimme gedragstechnieken op het juiste moment, schippers verleid kunnen worden tot het gewenste gedrag. Het aantal bijplaatsingen nam op korte termijn zeer sterk af. Het is van belang om te zien of dit effect ook op langere termijn optreedt. Dit kan op vergelijkbare wijze worden uitgevoerd als de voor- en nameting van deze pilot. Het aantal abonnementen is niet noemenswaardig veranderd in de meetperiode.
Impact: uitbreiding naar andere locaties, minder plastic soep
De gedragsinterventie kan worden uitgebreid naar andere RWS-havens en eventueel sluizencomplexen, zodat er meer uniformiteit ontstaat. Dit vergroot de herkenbaarheid en heeft een positief effect op gedrag. Hoe eenduidiger het afvalinzamelsysteem (nationaal en idealiter ook internationaal), hoe eenvoudiger het wordt voor schippers om het juiste te doen.
Dit project is een goed voorbeeld van een bronaanpak van afval dat op Nederlandse rivieroevers ontstaat. Op deze manier komt er minder afval in het water terecht en verminderen we de plastic soep.