Aanleiding: lerarentekorten
Het kabinet heeft grote personeelstekorten geconstateerd in het (funderend) onderwijs. Het wil alles op alles zetten om die tekorten terug te dringen. Eén van de manieren om dit aan te pakken, is leraren te stimuleren om meer uren te werken door hun een bonus te geven. Het ministerie van OCW wilde in relatief korte tijd te weten komen welke varianten van een meerurenbonus naar verwachting meer of minder (kosten)effectief zijn. En in hoeverre zich dat verhoudt tot de effectiviteit van een aantal aanvullende arbeidsvoorwaarden, of van de combinatie bonus plus aanvullende arbeidsvoorwaarden.
Interventie: bonussen, aanvullende arbeidsvoorwaarden en een combinatie daarvan
De meerurenbonus is in verschillende varianten voorgelegd, los en in combinatie met één of meer arbeidsvoorwaarden (zie afbeelding 21). Het ging om deze interventies:
- een bonus van 150, 250 of 400 euro netto per maand voor een dag extra werken per week, bovenop het normale extra salaris als iemand meer uren gaat werken
- een bonus voor de duur van 1, 3 of 5 jaar
- arbeidsvoorwaarde 1: de leraar krijgt ruimte om de extra uren af te stemmen op de privésituatie, bijvoorbeeld iets later kunnen beginnen of snipperdagen buiten schoolvakanties kunnen opnemen
- arbeidsvoorwaarde 2: er is gratis kinderopvang beschikbaar voor de extra uren
- arbeidsvoorwaarde 3: er is gelegenheid om de extra uren te besteden aan andere activiteiten dan lestaken, bijvoorbeeld voor schoolontwikkeling, coördinatie of een expertrol
Methode: vignettenonderzoek
In het onderzoek is 11.000 leraren uit het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en mbo gevraagd naar hun intentie om meer uren te gaan werken (de nulconditie). Daarna kregen ze verschillende vignetten voorgelegd met de vraag: hoe waarschijnlijk is het dat u in dit geval een halve dag of een dag meer zou gaan werken? Iedere leraar kreeg random 6 van de in totaal 40 verschillende vignetten te zien.
Resultaat: meerurenbonus kan intentie om meer te werken sterk vergroten
Een flink deel van de leraren blijkt gevoelig voor een bonus als aansporing om meer uren te werken. Naarmate de bonus hoger wordt, stijgt de intentie om extra te werken. Vooral in de subgroep leraren waarbij die intentie initieel ontbreekt (70,5% van alle bevraagde leraren die maximaal 4 dagen per week werken), hebben bonussen een aanzienlijk effect. Bij een bonus van 400 euro per maand wil 33-40% van hen een dag per week extra maken; het precieze percentage hangt af van de duur (1, 3 of 5 jaar). Bij een bonus van 250 euro ligt dat tussen 18% en 26%. Bij een bonus van 150 euro daalt dat naar 7 à 14%. De duur van de bonus voegt dus minder effect toe dan de hoogte. Zie figuur hieronder.
Van de arbeidsvoorwaarden heeft de mogelijkheid om werk en privé af te stemmen het meeste effect: 33% van de leraren wil dan een dag meer werken. Dit wordt gevolgd door de mogelijkheid om andere dan lestaken in te vullen (27%) en gratis kinderopvang (18%, want alleen interessant voor leraren met zorgtaken). Dit betekent dat aanvullende arbeidsvoorwaarden geschikt zijn om leraren te bewegen meer uren te werken.
Impact: werkdocument voor scholen
De resultaten van de vignettenstudie zijn opgenomen in een werkdocument voor scholen/schoolbesturen die met een meerurenbonus willen experimenteren. De verwachting is dat zij hier hun voordeel mee kunnen doen, om tot een zo (kosten)effectief mogelijke vorm te komen gegeven de omvang van hun lerarentekort, hun budget en het draagvlak.