Aanleiding: lening niet of beperkt omlaag na toewijzing aanvullende beurs
Een gedeelte van de studenten past hun lening niet aan op het moment dat zij een aanvullende beurs toegewezen krijgen. Of ze doen dat met een lager bedrag dan het bedrag van de aanvullende beurs. Dit is gebleken uit eerdere nudgeprojecten van het ministerie van OCW en DUO over het terugdringen van het niet-gebruik van de aanvullende beurs. Daardoor bouwen deze studenten mogelijk een hogere studieschuld op dan noodzakelijk is. Hoe is dat te keren?
Interventie: gedragsbrief
De interventie betreft een brief waarin studenten werden opgeroepen om te bekijken of hun studielening nog bij hen past. Er werden verschillende gedragstechnieken in verwerkt, zoals:
- persoonlijk maken: bijvoorbeeld ‘Beste Kees’ en het noemen van concrete bedragen voor deze specifieke student
- makkelijk maken: met een stappenplan
- deadline toevoegen: ‘Doe dat uiterlijk 31 december!’
- inspelen op verliesaversie: ‘Nu je leenbedrag verlagen, betekent dat je later een minder hoge studieschuld hebt en minder moet terugbetalen’
Methode: RCT
Het effect is onderzocht in een Randomized Controlled Trial. De helft van de doelgroep heeft hierbij de gedragsbrief ontvangen, en de andere helft kreeg geen brief (de controlegroep). Mensen werden random toegewezen aan de ene of de andere groep. In totaal ging het om 1331 studenten die in 2021 voor het eerst een aanvullende beurs hebben gekregen en die een rentedragende lening hebben.
Resultaat: eenderde meer verlagingen van de studielening
De brief heeft geresulteerd in significant meer neerwaartse aanpassingen van de rentedragende lening: 18,9% versus 14,2% in de controlegroep. Dit is te zien in de figuur hieronder. Gecorrigeerd voor kleine verschillen in achtergrondkenmerken gaat het om een stijging van 4,6 procentpunt in de kans op een neerwaartse aanpassing. Ten opzichte van de controlegroep betekent dit een 33% grotere kans op zo’n aanpassing.
De gemiddelde aanpassing van het maandelijkse leenbedrag ligt 13 euro hoger in de briefgroep dan in de controlegroep. Het betreft een statistisch significant verschil, ook na controle voor verschillen in achtergrondkenmerken. Relatief gezien gaat het om een aanpassing in het leenbedrag die 2 keer zo hoog ligt in de briefgroep dan in de controlegroep: -25,14 versus -12,54 euro. Dit verschil komt niet door grotere neerwaartse aanpassingen (die zijn in beide groepen gelijk), maar doordat studenten in de briefgroep vaker hun lening naar beneden bijstellen dan studenten in de controlegroep. Op jaarbasis zou dit neerkomen op een bedrag van ruim 150 euro dat minder geleend wordt als gevolg van de briefinterventie.
Impact: bewuster leengedrag door betrekkelijk goedkope interventie
Het nudgeproject laat zien dat een betrekkelijk goedkope interventie al effectief kan zijn. De brief leidt tot meer neerwaartse aanpassingen van de rentedragende lening voor (nieuwe) ontvangers van de aanvullende beurs en daarmee tot een lagere studieschuld. De interventie lijkt dus bewuster leengedrag te stimuleren.